Over Roemenië, ex-nieuwigheden en patatten afgiete
Blijf op de hoogte en volg angelique
07 September 2018 | Hongarije, Gárdony
Een maand is het inmiddels geleden dat ik via een klein sluipweggetje Hongarije achter liet en Roemenië binnen hobbelde. “Krakkemikkeligkrakkemikkeligkrakkemikkelig” herhaalde zich als een mantra terwijl ik er nipt in slaagde putten, honden en kikkers (!) te ontwijken. Om eerlijk te zijn, zou het me niets verbazen ‘krakkemikkeig’ terug te vinden naast ‘Roemenië’ in een etymologisch woordenboek. Nog niet eens 2000 kilometer van mijn voormalige bed en toch zo gigantisch anders. Voelsprieten uit. Zintuigen op scherp. I love it.
Genoeg gelijkenissen om me eraan te herinneren dat ik nog op Europese grond ben, anders genoeg om nieuwsgierig alles in me op te nemen. Amper voorbereid as usual, maar met een geest en een hart zo open als enkel nog lukt bij landen waar ik de eerste keer kom. Zonder verwachtingen, klaar om te ontvangen. En ontvangen mocht ik! Wat een zotte indrukken!
Roemenië schets
Auto’s waarvan de bumper zijn functie duidelijk meer dan meermaals vervuld heeft. Huizen die eruit zien als een random mix van bakstenen, beton, isolatie, hout en ‘allerlei’. Honden als wandelende broeihaard voor alles wat hoort bij de term ongedierte, inclusief de gastheer zelf. Zelfs mijn wegenvignet ziet er niet uit. Een kassabon met een stempel uit de tijd dat inkt nog uit bessensap gemaakt werd.
De vele putten in de weg, maken me als een buikdansende hamster van links naar rechts meedeinen. Mijn kamelentocht ervaring in de Indische woestijn komt even bovendrijven, opstijgend uit dat grote moeras aan herinneringen. Net zoals toen is het ook nu niet echt genieten, slingerend hoog in het Mercedeszadel. De verkeersborden staan er duidelijk nog van voor de oorlog, aan de (kogel?)gaten te zien. De elegante oude pastelkleurige Dacia’s herken ik van mijn opa’s jeugdfoto’s. Bij wijze van spreken natuurlijk, want mijn opa reed met een Citroën.
Roemenië is rauw en puur. Ook arm en traditioneel. 90 procent van de auto’s in het Wilde Westen van zigeunerland zouden Antwerpen al niet meer binnen mogen. Waar België vol gebouwd, Duitsland open bebouwd en Hongarije licht bebouwd is, is Roemenië amper bebouwd. Bergen, altijd wel ergens rondom me te spotten. Ver weg aan de horizon, of onder mijn zes wielen. Met als -letterlijk en figuurlijk- hoge uitschieter het Fagarasgebergte, maar dan met veel omgekeerde hoedjes op de a’s geschreven. De weg ernaartoe, de Transfagarasan, met zijn 90 kilometer één van de mooiste wegen van de wereld. De route door de Transsylvanische alpen, ging gepaard met heel erg veel ‘ohs’ en ‘ahs’, die opstegen uit Joriens en mijn mond. Geluiden die met zekere regelmatig terugkwamen, bij onze twee dagen hiken IN dit gebergte. Slapen bij vriestemperaturen in een shelter op een hoogte van 2135 meter, het is weer wat anders. Niets is onmogelijk. Zolang je het maar stap per stap aanpakt. Wijze les die me in de toekomst al meermaals van pas gekomen is.
Wat een intense belevenis. De grootsheid van de bergen, de liefde eigen aan psytrance festival, puurheid van het land zelf. Jorien en ik hebben er een zotte trip samen opzitten. Een trage tocht door haarspeldbochten, oerbossen en riviertjes. Langs overtoeristische dammen, lokale ambachtsmarktjes, pleintjes en straatjes van Timisoara en Brasov. Om onze laatste avond samen te gaan voor de authentieke en nooit-meer-te-vergeten ervaring van de Salt Lakes in Ocna Sibiului. Proper gewassen zetten de 609, Mila en ikzelf Jorien en haar rugzak af in het miniluchthaventje van Sibiu. Back on my own, part 113 *lacht*.
Over zotte ritjes, klamme zweethandjes en adders in het gras
Gelukkig heb ik een zot mooie rit voor de boeg, waardoor het vooral genieten is en de alleen-zijn gevoelens niet de bovenhand krijgen. Tocht naar Apuseni Natural Park is a-dem-be-ne-mend! Moeilijk om niet elke paar kilometer te stoppen om te oh-wen & wauw-en en dit alles trachten vast te leggen op gevoelige plaats. Wat dat betreft beheers ik me nog redelijk goed, waardoor ik nét voor het donker de bergen in trek.
Een berg bezaaid met haarspeldbochten oprijden is één ding. Donkere wolken en wind die samen stormpje spelen, is nog iets anders. Terwijl de regen door de open ramen binnen zwiept, klem ik mijn zweethandjes nog iets vaster om het stuur. Trekt hij het in tweede of tòch terugschakelen? De kilometers aftellend, bereik ik met klamme handen de top. Op zo’n moment is het dan niét leuk, te horen dat het nog iéts verder is. ‘Slechts’ een kilometer. De adder onder het gras vertoont zich hier als een steile afdaling op een dirtroad, waar het stromende regenvocht inmiddels een diepe geul heeft getrokken. SLIK.
Als je denkt dat rijden in de bergen een makkie wordt, kan je wel eens gelijk hebben. Als je denkt dat dit na enkele duizenden kilometers gebeurt, dan heb je het –in mijn geval- mis. Gelukkig volgt ook hier na de inspanning, de ontspanning. De beloning, vertaalt in een magnifiek uitzicht over een grasgroene vallei, omringd met sparren. Een landschap zo ge-copy-pasted uit een boekje over beren en eekhoorns in de bergen. Of schapen en herders. Blijkt meer toepasselijk.
Wat ik haat aan wekkers is wanneer ze de overgang van droom naar werkelijkheid te abrupt maken. Mijn wekker is er eentje waarbij die overgang zo geleidelijk gaat dat je half wakker bent in je droom. Of dromerig ontwaakt.
Heerlijk is dit gevoel, zeker zònder wekker. De ene moment zat ik nog in een knappe houthakkerherder droom, de volgende moment hoorde ik honderden schapen passeren, op nog geen meter van mijn slaapkop. Wanneer ik de norse herder in legeroutfit zie vanuit mijn bed, besef ik lachend dat ik niét meer aan het dromen ben. Terwijl de glimlach nog iets groter wordt, besef ik dat dat herderen me meer triggert dan ik dacht… To be continued?!
What goes up, must go down.
Na drie dagen wandelingen, yoga, mijmeren en bosbaden op deze magische rustgevende plek, is het tijd door te rijden. SLIK. Weer die hellride. Soms is het makkelijker als je nog niét weet wat er komen zal. Niets aan te doen; what goes up, must go down.
Klaar om die dirtroad vol putten, gleuven en rotsen op te rijden, om dan die hele haarspeldbocht vakkundig schakelend weer àf te rijden. Geen speling om te missen van versnelling, ook al mist mijn rechterhand nog regelmatig bij het grijpen naar de vitessenpook. Hij staat nog steeds te ver af. Logisch, want mijn arm is nog steeds niet gegroeid.
Honger en lust, mijn drijfveren
Logisch, want sommige dingen veranderen niet. Al behoren de meeste zaken tot de andere categorie. Alles verandert. Niets duurt eeuwig. Gek dat onze geest nog steeds onbewust streeft naar het gekende en voorspelbare. Slechts weinigen hebben de skills om als een koorddanser om te gaan met de onzekerheden en wispelturigheden die het leven ons in de vorm van een touwenbundel aanbiedt.
Gemiddeld gezien heb ik een uit-proportie grote aantrekking tot verandering. Zin in nieuwe ontmoetingen, honger naar andere culturen en lust tot ontdekken in het algemeen. Om te ontdekken dat nieuwigheden na niet vast te leggen tijd, ook overgaan in ex-nieuwigheden, die we meestal routine noemen. Ze sluipen binnen in je ontbijtgewoonte, de gewoontes op je werk en de thuiskomzoen bij je lief. De overgang gebeurt subtieler dan de groei van bamboo en voor je het weet, zwem je in ex-nieuwigheden.
Over ex-nieuwigheden en patatten afgieten
Ik heb een ingebouwd anti-routine alarm. Of zo voelt het toch. Wanneer gewoonte het overneemt, neemt de drang naar verandering het over. Mijn vriendinnen en ex-lieven noemen het wel eens een vluchtdrang. Ik zie het liever als een ontdekkingsdrang. Of is dat typisch iets voor vermijders om dit zo te benoemen? Anyway…
Waar het de eerste 36 jaar van mijn leven welgeteld nul keer gebeurde dat ik mijn patatten door de voordeur afgoot, is het anno 2018 dagelijkse kost. Dezer dagen giet ik patatten, pasta en desnoods mezelf af, met of zonder over het hek glurende buren of starende passanten die hun kinderen snel de andere richting uitsturen.
Als de activiteiten hetzelfde moeten blijven, laat dan alsjeblieft het décor anders zijn.
Halleluja, zo geschiedt het (meestal) ook!
De ene keer passeren er honderden schapen terwijl er een patat voor mijn deur op het gras valt. Een dag later geeft een gerimpeld Roemeens vrouwtje me haar mooiste gouden-tand-glimlach bij het kletterende pastawater op het asfalt.
Nieuwigheden allemaal goed in wel. Maar voor iemand zo veranderlijk als de wind in de wilgen, is een zekere routine gewoon nodig. In wervelwindmodus, blijf ik best op één plek, weet ik ondertussen. Dan houd ik wel van die kleine voorspelbare lichtpuntjes in dit leven waar elke dag een nieuw avontuur is. Weten waar ik de volgende ochtend een koffietje kan gaan drinken, mijn gsm opladen en kan ‘boodschappen’. ALRIGHT! Een Penny supermarkt zien en weten dat ik donker brood en rucola ga vinden. YES! De lichten thuis die plots minder fel schijnen ‘s avonds wanneer dat de frigo even aan schiet. HMMMM! Mila die steevast begint te knabbelen aan haar brokken eens ik in bed lig met het licht uit. OOOHH! Zekerheden nodig om niet compleet te verdwalen in een gebeid waar ik niemand ken en slechts kan raden naar de betekenis van alle woorden rondom me.
Teveel vertrouwdheid? Simpel. Opkramen, sleutel omdraaien en rijden en het onvoorspelbare wint meteen in aandeel. Een continue zoektocht en streven naar het perfecte evenwicht tussen vertrouwdheid en avontuur. Om te beseffen dat het leven te veranderlijk is om die gebalanceerde mix te behouden.
Afscheid van Roemenië.
Na wekenlang onderzoek kan ik concluderen dat ik af en toe op mijn mening heb terug te komen. Roemenië en krakkemikkelig zijn géén synoniemen. Zoveel is zeker. Waar dit nog een realistische optie was bij het binnenrijden enkele weken terug, heb ik inmiddels een andere kant leren kennen. De rijkere en meer westerse kant. Glimmende BMW’s, Audi’s en Mercedesen met zo mogelijk nog glimmendere velgen zijn dagelijkse kost. Al zijn de gebieden tussen deze grotere steden arm, puur, toeristvrij en zijn het tractors en Dacia’s die het straatbeeld typeren. Net zoals de pittoreske pastelkleurige oude huisjes, met versleten houten poort, langs waar het vee ’s avonds binnen komt. Niet zelden zit er een oud vrouwtje voor, voorzien van typische hoofddoek. Haar daginvulling: het verkopen van ajuinen, look of wat haar tuintje te bieden heeft.
Wat me bij zal blijven van deze roadtrip?
Het welkome van de zilverpapier kerktorentjes bij het binnenrijden van elk dorp. De gedrevenheid waarmee tegenliggers je door het knipperen van hun lichten laten weten dat er politiecontrole is. De vanzelfsprekendheid waarmee oude mannen staan te liften aan de kant van de weg. De aanwezigheid van families, overal in het straatbeeld. De grootsheid van de gebouwen in de steden. De pracht van de natuurparken Apuseni, Retezat en Faragas. De helderheid van de sterrenpracht.
De rest kan je best gewoon zelf komen ontdekken.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley